Pagina's

zondag 8 augustus 2010

Nyalam naar Tatopami, terug naar Nepal


Gisteren doorgereden naar Nyalam, zo een 30 km voor de grens omdat het vandaag weekend is en de Chinezen al zowieso veel tijd nodig hebben voor de formaliteiten. In ons ‘hotel’ observeren we nog een honderdtal Indiërs die op weg zijn naar de heilige berg, de mount Kailash in het oosten van tibet, wij reisden in het westen van Tibet. Op het natte en slijkerige binnenplaatske van het hotel maken ze zelf hun ontbijt klaar.> Veel Indiërs hebben er waarschijnlijk een fortuin voor over.
Sinds de bergpas van gisteren (5200 La Lang) waar het sneeuwde en bliksemde in de verte dalen we nu verder in het landschap door een vallei, het gaat er steil aan toe. Het landschap veanderd, het wordt groener maar ook warmer. Voor de grens in Zang Mu kopen we nog wat fruit. En dan begint het, de eerste grenspost (Chinese? ) is geen probleem, opze gids heeft het in 15 minuten geklaard. Dan 7 km door niemandsland, onze reisbroshure schrijft: slechte weg, maar ondertussen zijn we wel wat gewoon en er wordt aan de weg gewerkt. Af en toe moeten we springen van het nieuwe beton, als het te diep is leggen omstaanders stenen om de 50 cm te overbruggen. Voor de andere grens (nu echt chinese? staan een 50tal kamions te wachten, amai. Met de moto's kunnen we ertussen laveren maar onze truck met bagage moet gezoon aanschuiven. Onze gids en mekanieker lopen mee naar voor, terwijl de gids al begint met de administratie gaan wij met Faroek te voet de bagage ophalen, de truck blijft toch in Tibet. Een 20tal vrouwen stormen toe en vechten om onze bagage te mogen dragen en in kolonne gaan we te voet terug naar de grens. De valiezen worden door anderen ovegebacht, dan vragen de douane niet naar de inhoud, je moet dat maar vertrouwen. De paspoorten heb je zelden zelf vast. Met rugzakje en motorpak gaan we dan door de passengerzone, een apart gebouw, de motors moeten door een andere zone. Ondertussen hopen we dat aan de andere kant onze bagage is aangekomen bij ons nieuw Nepalees voertuig. Lobsa, de tibetaanse truckchaffeur krijgt van ons een flinke fooi, dat heeft hij wel verdiend na het modderbad van gisteren. Ann's rugzakje moet tot twee keer worden uitgeladen omdat de Chinezen vreemde voorwerpen zien op de scanner: stenen in de vorm van hartjes voor Dietje, je doet dan al wat voor vrienden!! Gelukkig vinden de douanen het niet erg.
Met gemengde gevoelens nemem we afscheid van Tasshi, we hebben hem toch beter leren kennen en dan wordt het gelukkig tijd voor goodbye. We duwen onze motoren na 1.5 uur over de grensbrug. Dan de Nepalezen, mannekes zonder uniform vragen en nemen onze paspoorten en brengen die naar de officials die we zelf niet zien. We staan in een hok dat erger stinkt dan een vies wc. We moeten een briefje invullen maar we zijn nog niet half klaar of het wordt al uit ons handen gerukt. We moeten nu verder gaan, zonder paspoorten, enkele honderd meter verder ontmoeten we onze nieuwe chauffeur, gelukkig met onze bagage, even later brengt iemand onze paspoorten??? Wij begrijpen er niets van, maar alles verliep vlot>
13 uur wordt hier ook plostseling 11 uur, zo snel gaat dat.
Nepal heeft veel slechter wegen als Tibet. We zitten op de enige weg tussen Nepal en Tibet, een hoofdzeg dus. Zelfs in buurland India is zijn de grensovergangen gesloten met Tibet. Om dat het de vorige dagen flink heeft geregend moeten we regelmatig door slijkpoelen waar we altijd handig, altijd gasgevend door slingeren. Eén keer zelfs door kniediep water, mijn schoenen vullen zich, gas geven!
Plots wagens, trucks en veel volk op de weg. We zien dat een bus (geen autocar, maar een bus) een slijkerige helling niet op kan. De bange passagiers zijn al uitestapt, je zou voor minder, het is hier een zand-met-stenen pad met 50 cm naast de afgrond van 100m (zeker meer maar ik wil niet overdrijven). Je kan je voorstellen wat dat kan veroorzaken op die ene weg tussen zuid en noord!! En dit is door de Himalaya!! De bus kan niet anders dan terug, maar de file erachter dan ook! Vanaf dat er maar 40 cm ruimte is beginnen de brommertjes erdoor te kruipen, ik spoor Ann aan hetzelfde met mij te doen. Ann zweet zich te pletter, alhoezel dat we de afgelopen weken heeft bewezen een echte motard te zijn, maakt de menigte, het slijk, het voordurend claxoneren het haar zeer moeilijk. Gelukkig krijgt ze assistentie van Faroek, na een klein uur slippen, slingeren tussen camions, koeien, wachtende mensen zijn we erdoor. Faroek springt achter bij me op en gelukkig is het dan nog maar 20 km naar de Last Resort. We krijgen een ruime en mooie tent in een uithoek van het resort, dat zich situeert in het regenwoud. We zijn hier al geweest op de heenweg, de douchen zijn hier goed en straks lekker eten>
We hebben ook tijd om wat te schrijven, dat merk je wel!
Carl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten