Pagina's

donderdag 12 augustus 2010

terug thuis

In een Moonsoon-bui zijn we dinsdagavond Kathmandu uitgedreven. Jagat heeft ons netjes op de kleine luchthaven afgezet en in 4 uren waren we in Abu Dhabi in de Ermiraten, twee uur gewacht om dan verder te vliegen naar Brussel. Daar zijn we dan gisterenochtend door Wies afgehaald, een rappe douche in Mechelen en dan gaan kijken naar de 'nieuwe' kleinzoon van Ann: de mooie Niklas.
We gaan de volgende dagen nog nagenieten van ons eigen reis (verhaal). We gaan herlezen want dat hebben we nog niet gedaan, en hier en daar wat aanvullen (en wat fouten verbeteren), we gaan de foto's bekijken en bij de blog plaatsen.
En dan blijft ons blogje nog een tijdje leven als reisverhaal....
LET WEL OP: de laatste berichten staan boven, je moet dus eigenlijk onderaan beginnen om het verhaal cronologisch te lezen, klik enkele keer op 'oudere berichten' onderaan als je dat van plan bent!

maandag 9 augustus 2010

laatste weetjes

-ik heb vaak angstig in mijn achteruikijkspiegel gekeken of Ann nog volgde, ik had soms zelf moeite om te laveren tussen de kinderkoppendikkekeien of door het slijk
-Ann altijd heel goed heeft geluisterd naar de gids als het over Boedha, Tara, Kumbum, Lama's enzovoort ging, ze is nu een expert in Boedisme, wie stelt een moeilijke vraag?
-onze mekanieker een moslim is en ik hem geen bier kon laten drinken, zelfs niet na aandringen.
-de Chinezen overal klikkers hebben staan op straat, echt waar. Je herkent ze niet, maar ze zijn er. De Tibetanen hebben er schrik van, terecht. De toerist wordt aan de grens gezet, zij vliegen in de gevangenis.
-de Hindoes in Nepal de doden verbranden en de Boedisten de doden aan de vogels geven, of aan de vissen (in stukken gesneden dan).
-de taxi in tibet noemt '10crazy', kost altijd 10 Yuan (1 euro) en ze rijden als zotten, vandaar de naam
-voor een rood licht moet je niet stoppen in Tibet, tenzij er een politieagent staat en dan moet die nog kijken
-de regering soms de monikken betaald, een goed loon zelfs, en dat ze 's avonds naar de disco gaan
-er in Tibet en Nepal overal spaarlampen zijn, en er electische brommers en auto's rondrijden. Zonneboilers zijn algemeen, er wordt zelfs op zon gekookt met een soort spiegel
-langs de Friendship Highway tussen de Nepalese grens en Lhasa staan kilometerpalen, 5444 km, tot... Shangai!
-je 'moet' hier claxonneren, mijn oren doen er nog van zeer.
-we hebben één keer wilde apen gezien en in de bergen ten noorden van Lhasa heel veel marmotten, de himalaya-marmot, ook een vos die wegvluchtte. Geen luipaarden, tijgers, beren en wolven... die zitten hier ook, maar van op de weg (track) hebben we niet meer kunnen observeren, bovendien wordt het tijgerbiotoop(Chitwan nature park) hier flink bedreigd door het toerisme en stropers, wij blijven op de weg! Al genoeg te zien als je je ogen open doet.
-ik zal de geur van de jakboter, die de gelovigen uit de gele zakjes halen om bij de kaarsenpannetjes te doen, niet snel vergeten. Ik ben verschillende keer naar lucht moeten gaan happen in de kloosters als Tasshi te lang bleef praten over zijn boeddha's, en Ann maar luisteren, als ze zich maar niet bekeert!?
-éénmaal over de grens kan je in Tibet vrij rondreizen... maar je hebt overal (echt overal) permits nodig, die moet je meestal halen op een plek waar je het op voorhand niet van wist. Permits om naar een klooster te gaan, om je op de weg ernaartoe te bevinden, om binnen te komen,.. Om langs de politieposten te passeren, om van de hoofdweg af te rijden, ...
-we komen toch ook graag naar huis!

de diepste indruk

Onze reis zit er bijna op. Morgen nemen we het vliegtuig terug en hopen dat de Wies ons woensdagochtend in Zaventem zal komen halen. Vandaag gebruikten we de dag om enkele projecten te bezoeken in Kathmandu. We hadden ook op voorhand al besloten een deel van ons budget te besteden aan ontwikkeling hier. Peter van Hymalayan Leaders stelde ons de projecten voor van de stichting Kumari. We keken onze ogen uit hoe Ricky en haar plaatselijk team een huis runt voor mensen met mentale handicap. Noch de overheid, noch de religieuzen hier hebben zorgen voor mindervaliden! Voor de gelovige hindoes hier is het hebben van een gehanicapt kind een straf van een god en er wordt dan ook niet voor gezorgd. Hoe dat Ricky en de europese vrijwilligers het volhouden is ons een raadsel. Sommige kinderen en mensen staan vol uitslag en er is geen dokter voor een advies. Ook namen we voor Monique(zelfde stichting) een hoop atlassen mee die ze verdeeld in Nepalese schooltjes. Deze namiddag hadden we dan een afspraak met dr Anil, een vriend van Genevieve en Michel (vrienden van ons), hij is hoofd van een onafhankelijke orthopedische kliniek (breuken), hij runt alles zonder overheidsgeld, opgezet met giften van Rotary's van Vlaanderen en van over de hele wereld. De patienten moeten betalen naargelang hun inkomen, dat gaat van 1 euro tot... De familie of vrienden moeten zorgen voor het eten van de patienten. Pet af voor die man! www.noh.org.np
Carl

het weerbericht



Jullie konden via de links hier rechts beter de voorspellingen volgen dan wij die geen, of heel beperkt het bord konden lezen in sommige hotels, als de receptionist dat bord al trouwens dagen niet was vegeten te veranderen. Maar kort: van Kathandu tot de Tibetaanse grens: zwoel van zeer warm tot heet, vaak regen, niet de hele dag maar soms masaal, het is hier trouwens 'Moonsoon', regenseizoen, en we zitten ook midden het tropisch regenwoud. In Tibet was het anders: we waren daar over de Himalaya en op het Tibetaans plateau (rond de 3000m), aangenaam Belgisch zomerweer, wel vaak bewolkt in deze tijd van het jaar. Op de bergpassen kon het wel koud zijn, tot vriezen toe. Omwille van de hoogte in Tibet staan er geen bomem of struiken, die proberen ze hier en daar wel aan te planten. In de valleien wonen de mensen en verbouwen daar granen en groenten, in de toegankelijke bergen zijn herders met geiten, yaks en koeien. We hebben geen schapen gezien.
Carl

Toeristenboel en off-road high level


Zo nu en dan trok een wolkje voorbij, zodat we ofwel een topje of een stukje flank van de Everest konden zien.
Met een klein busje [verplicht] vertrokken we voor de laatste 4 km naar het base-camp. Aangekomen werden we voor de zoveelste keer geregistreeerd door de militairen, die er een kleine basis hadden. Nog enkele 10tallen meters klimmen tot op een plateau....en wat zagen we.....NIETS....niets dat maar enigszins deed denken aan een basis-kamp voor klimmers. Geen barakjes, geen tenten, geen klimmers, geen Everest [maar dit door de wolken natuurlijk]. Enkel een soort maanlandschap, stenen, de rivier met kolkend water, maar geen base-camp sfeer. Gelukkig was de natuur prachtig waardoor we al vlug de drukte van al die toeristen vergaten, Terug 4 km met het busje naar beneden, nadat we eerst wat moesten trekken en duwen met de chinezen om op die bus te geraken. Die chinezen, onbeleefde ploerten, hebben nog nooit gehoord van "elk zijne toer"
Na het posten van enkele kaartjes in het hoogste postkantoortje ter wereld, na een eenvoudig pancake ontbijt, na een te hoge rekening, na het uitschudden van de shit-doorrookte slaapzakken, en na de beleefde "thank you,s" vertrokken we via een afgekorte weg van 70 km richting Old Tingri. Het werd een off-road van het hoogste kaliber. Door de vele regen, zagen we al vlug dat dit geen gewoon parcours zou worden. Paris-Dakar, motocross-wedstrijden....we draaien er ons hand niet meer voor om.....na deze 70 km .
Al heel vlug veranderde de "weg" in een hobbelige strook met keien zo groot als je hoofd. Water langs alle kanten. Modder door overgelopen rivieren die over het traject liepen. Carl rijdt me voor en ik volg heel aandachtig zijn spoor. Vooral toen hij door een dikke diepe modderstroom heen moest en ik zijn wiel heen en weer zag slingeren. Dit wou ik evenaren, maar de modderstroom was te groot, en mijn ervaring te klein, waardoor ik opeens pardoes in de modder lag. Na mijn pijnloze tuimeling sloeg ik een nogal "modderfiguur" wat terug aanleiding gaf tot ferme lachbuien. Samen sleurden we de motor uit de brei, stampen hem terug op gang, veeg de modder uit het gezicht en konden terug verder.
Een eind verderop gaat het van kwaad naar erger. Een zware jeep zit vast in een modderpoel die niet ontweken kon worden. De 4x4 wordt opgezet en na wat trekken en duwen geraakt die terug op het droge. Onze truck [geen 4x4] neemt zijn aanloop en...zit natuurlijk ook vast in de poel. Vooruit, vast, achteruit, vast, stenen worden angebracht, achteruit, graszoden komen eraan, schoppen enz....Lobsa, onze chauffeur, rolt zijn broekspijpen omhoog en stapt voorzichtig met zijn beste schoentjes uit de truck. Vanaf dat moment kon je zelfs niet meer zien of hij schoenen aanhad of niet. Zijn broekspijpen waren ook duidelijk niet hoog genoeg opgerold. En zijn kostuumvestje zag er niet meer uit.....allemaal sproeten met modder. Ik bleef er bijna in van het lachen als ik hem bekeek.
Toen de truck dreigde om te kieperen in een lager gelegen moerasveld, sprong iedereen in de modder om te trekken. Na heel wat heisa geraakte de truck aan de overkant. Vrij, maar voor hoe lang.... De motoren bereikten veilig de overkant via het moerasgebied. Alsof we nog geen ellende genoeg hadden, begon het nog te regenen en te hagelen. Het werd een waar hindernissenparcours, waarop steeds de een de ander moest uitsleuren. Aangenkomen in Old Tingri, besloten we om een stuk van de trip van 's anderendaags erbij te nemen. Door de vele regen konden we niet inschatten of de 230 km naar de Chinese grens haalbaar zou zijn . Dus nog eens 160 km rijden, doch nu over de mooie Friendship Highway, maar met een hoge pas(Tong La, of La Lung 5200m) over te gaan. Het werden 160 km regen,sneeuw, kou enz....
Net voor het duister bereikten we Nyalam, waar we de keuze hadden tussen een slecht hotel en een nog slechter hotel.
Met mijn laatste kracht vroeg ik de Tibetaanse madam om eerst de kamer te mogen zien. Toen ik de sanitaire ruimte wou inspecteren, rende een vuile vieze rat voor mijn voeten. Toen ben ik gaan [hard]lopen....
Het was vlug beslist om in het andere slecht hotel te gaan overnachten. Geen douche, geen warm water, maar we voelden ons een koning te rijk....wat een luxe...een eigen toilet [weliswaar zonder water]!!!!!!
Dat heet dan gelukkig zijn.....

zondag 8 augustus 2010

We eten chinees



Als je weet dat Europa veel keer in China kan dan besef je ook wel dat er geen ene chinese keuken is zoals wij achterloos dachten, trouwens we zitten in Tibet, en die willen zeker niet chinees zijn!!
Nasi, chopsoy, bami en loempia's kennen ze hier niet. Shit. Fritten en gebakken patatten wel, ook een soort gebakken rijst maar dan meestal aleen met vlees en zonder groenten, en heel vettig. Wel soepkes met noedels en groenten, die kunnen er soms wel door, weinig afwisseling. Momo's, deegwaren met een vulling van vlees of groenten die worden gestoomd kunnen er ook wel door.
's Morgens vaak een broodje dat gebakken wordt in de pan of een pannekoek met een in frituurvet gebakken ei of confituur. Met wat suiker smaakt die pannekoek met ei dan naar wentelteefjes.
We zijn zeker niet afgevallen. Nu we aten wel goed in Lhassa en Kathmandu en in The last resort. Best en ook heel gezellig was de Makye Ame in Lhassa, een geel huis, ooit afspraakplats van de 6de dalai lama met zijn maitresse: yoghurtcake op zandtaartbodem, versneden springrols met zuurzoete saus en een soort pot au feu van yak.
Wat wel hetzelfde is als bij 'onze' chinees zijn de nummertjes waarmee je besteld.
Carl
The Last Resort
Makye Ame
Dunya

Nyalam naar Tatopami, terug naar Nepal


Gisteren doorgereden naar Nyalam, zo een 30 km voor de grens omdat het vandaag weekend is en de Chinezen al zowieso veel tijd nodig hebben voor de formaliteiten. In ons ‘hotel’ observeren we nog een honderdtal Indiërs die op weg zijn naar de heilige berg, de mount Kailash in het oosten van tibet, wij reisden in het westen van Tibet. Op het natte en slijkerige binnenplaatske van het hotel maken ze zelf hun ontbijt klaar.> Veel Indiërs hebben er waarschijnlijk een fortuin voor over.
Sinds de bergpas van gisteren (5200 La Lang) waar het sneeuwde en bliksemde in de verte dalen we nu verder in het landschap door een vallei, het gaat er steil aan toe. Het landschap veanderd, het wordt groener maar ook warmer. Voor de grens in Zang Mu kopen we nog wat fruit. En dan begint het, de eerste grenspost (Chinese? ) is geen probleem, opze gids heeft het in 15 minuten geklaard. Dan 7 km door niemandsland, onze reisbroshure schrijft: slechte weg, maar ondertussen zijn we wel wat gewoon en er wordt aan de weg gewerkt. Af en toe moeten we springen van het nieuwe beton, als het te diep is leggen omstaanders stenen om de 50 cm te overbruggen. Voor de andere grens (nu echt chinese? staan een 50tal kamions te wachten, amai. Met de moto's kunnen we ertussen laveren maar onze truck met bagage moet gezoon aanschuiven. Onze gids en mekanieker lopen mee naar voor, terwijl de gids al begint met de administratie gaan wij met Faroek te voet de bagage ophalen, de truck blijft toch in Tibet. Een 20tal vrouwen stormen toe en vechten om onze bagage te mogen dragen en in kolonne gaan we te voet terug naar de grens. De valiezen worden door anderen ovegebacht, dan vragen de douane niet naar de inhoud, je moet dat maar vertrouwen. De paspoorten heb je zelden zelf vast. Met rugzakje en motorpak gaan we dan door de passengerzone, een apart gebouw, de motors moeten door een andere zone. Ondertussen hopen we dat aan de andere kant onze bagage is aangekomen bij ons nieuw Nepalees voertuig. Lobsa, de tibetaanse truckchaffeur krijgt van ons een flinke fooi, dat heeft hij wel verdiend na het modderbad van gisteren. Ann's rugzakje moet tot twee keer worden uitgeladen omdat de Chinezen vreemde voorwerpen zien op de scanner: stenen in de vorm van hartjes voor Dietje, je doet dan al wat voor vrienden!! Gelukkig vinden de douanen het niet erg.
Met gemengde gevoelens nemem we afscheid van Tasshi, we hebben hem toch beter leren kennen en dan wordt het gelukkig tijd voor goodbye. We duwen onze motoren na 1.5 uur over de grensbrug. Dan de Nepalezen, mannekes zonder uniform vragen en nemen onze paspoorten en brengen die naar de officials die we zelf niet zien. We staan in een hok dat erger stinkt dan een vies wc. We moeten een briefje invullen maar we zijn nog niet half klaar of het wordt al uit ons handen gerukt. We moeten nu verder gaan, zonder paspoorten, enkele honderd meter verder ontmoeten we onze nieuwe chauffeur, gelukkig met onze bagage, even later brengt iemand onze paspoorten??? Wij begrijpen er niets van, maar alles verliep vlot>
13 uur wordt hier ook plostseling 11 uur, zo snel gaat dat.
Nepal heeft veel slechter wegen als Tibet. We zitten op de enige weg tussen Nepal en Tibet, een hoofdzeg dus. Zelfs in buurland India is zijn de grensovergangen gesloten met Tibet. Om dat het de vorige dagen flink heeft geregend moeten we regelmatig door slijkpoelen waar we altijd handig, altijd gasgevend door slingeren. Eén keer zelfs door kniediep water, mijn schoenen vullen zich, gas geven!
Plots wagens, trucks en veel volk op de weg. We zien dat een bus (geen autocar, maar een bus) een slijkerige helling niet op kan. De bange passagiers zijn al uitestapt, je zou voor minder, het is hier een zand-met-stenen pad met 50 cm naast de afgrond van 100m (zeker meer maar ik wil niet overdrijven). Je kan je voorstellen wat dat kan veroorzaken op die ene weg tussen zuid en noord!! En dit is door de Himalaya!! De bus kan niet anders dan terug, maar de file erachter dan ook! Vanaf dat er maar 40 cm ruimte is beginnen de brommertjes erdoor te kruipen, ik spoor Ann aan hetzelfde met mij te doen. Ann zweet zich te pletter, alhoezel dat we de afgelopen weken heeft bewezen een echte motard te zijn, maakt de menigte, het slijk, het voordurend claxoneren het haar zeer moeilijk. Gelukkig krijgt ze assistentie van Faroek, na een klein uur slippen, slingeren tussen camions, koeien, wachtende mensen zijn we erdoor. Faroek springt achter bij me op en gelukkig is het dan nog maar 20 km naar de Last Resort. We krijgen een ruime en mooie tent in een uithoek van het resort, dat zich situeert in het regenwoud. We zijn hier al geweest op de heenweg, de douchen zijn hier goed en straks lekker eten>
We hebben ook tijd om wat te schrijven, dat merk je wel!
Carl